Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Door de [45]veelheid uws koophandels hebben [46]zij het [47]midden van u met [48]geweld [49]vervuld, en gij hebt gezondigd; daarom zal Ik u [50]ontheiligen van [51]Gods berg, en zal u, gij [52]overdekkende cherub! verdoen [53]uit het midden der vurige stenen! 45. Of, grootheid. 46. Te weten die met u gehandeld hebben. 47. Dat is, uw hart, of het midden van uw stad. 48. Dat gij genegen zijt geworden tot allerlei overlast, of dat gij vergaderd hebt grote schatten, door geweld verkregen. 49. Anders: zijn zij [in het] midden van u vol van, enz. 50. Als onrein en onheilig verstoten; vergelijk vs.7. 51. Van de heerlijkheid, door welke gij met mijnen berg [boven vs.14] waart te vergelijken, verachtelijk verworpen. 52. Gelijk vs.14. 53. Dat gij van al uwe pracht zult ontbloot zijn, vs.14.